Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Alzo zegt de Heere HEERE: [24]Het is te veel voor u, gij vorsten Israels! doet geweld en verstoring weg, en doet recht en gerechtigheid; neemt uw [25]uitstortingen op van Mijn volk, spreekt de Heere HEERE. 24. Zie boven hfdst.44 vs.6. Sommigen verstaan dit alsof God zeide: Gij hebt land, meer dan genoeg voor u, aan hetgeen Ik u toegelegd heb, daarom enz. Anderen houden het voor een verbloemde bestraffing van de overleden koningen van Juda, tot wie God spreekt alsof zij tegenwoordig waren; of van de antichristische kerkelijke en burgerlijke tirannen, die Gods volk zeer lang zouden plagen. 25. Dat gij hen uit het hunne verdrijft en uitstoot, trekkende dat aan u; zulk een overlast zult gij van hen wegnemen, hen daarvan ontlasten. Zie gelijke manier van spreken Jer.57:14.